De Eerste Kamer heeft op 18 december ingestemd met ruim 60 belastingmaatregelen voor burgers en bedrijven. Dat betekent onder andere dat de belastingtarieven vanaf volgend jaar omlaag gaan en de heffingskortingen omhoog. Hierdoor wordt werken lonender.

De maatregelen zijn onderdeel van het pakket Belastingplan 2019. Een groot deel van de maatregelen gaat in per 1 januari 2019, net als een aantal belastingmaatregelen die al eerder zijn afgesproken. Rijksoverheid heeft 10 wijzigingen uitgelicht die zij het belangrijkste achten voor burgers.

 

1.      Invoering tweeschijvenstelsel

Door de geleidelijke invoering van een tweeschijvenstelsel met een basistarief en een toptarief nemen de besteedbare inkomens toe van alle personen met een inkomen vanaf 21.000 euro per jaar. Het tarief in de huidige tweede en derde schijf daalt in 2019 van 40,85% naar 38,10%. Het tarief in de huidige eerste schijf stijgt van 36,55% naar 36,65%. Het tarief in de huidige vierde schijf daalt van 51,95% naar 51,75%.

2.      Verhoging algemene heffingskorting

Door een verhoging van de algemene heffingskorting neemt het besteedbaar inkomen van mensen met een inkomen tot 68.507 euro per jaar toe. De heffingskorting stijgt in 2019 met 212 tot 2.477 euro voor inkomens tot 20.384 euro per jaar. Ook inkomens tussen 20.384 en 68.507 euro profiteren (beperkt) van de verhoging van de algemene heffingskorting.

3.      Arbeidskorting

Door een verhoging van de arbeidskorting gaat werken meer lonen. De maximale arbeidskorting stijgt in 2019 met 150 tot 3.399 euro. Daarnaast bouwt de arbeidskorting in 2019 sneller af. Hier profiteren werkenden met een inkomen tussen circa 10.000 en 41.000 euro van.

4.      Ouderenkorting

In 2019 wordt het maximale bedrag van de ouderenkorting na indexatie met 178 euro verhoogd tot 1.596 euro. Voor ouderen met een inkomen boven 36.000 euro bouwt de ouderenkorting vanaf dit jaar geleidelijk af. Ouderen met een inkomen tussen 36.000 en 47.000 euro profiteren hiervan, omdat de ouderenkorting in 2018 nog direct daalde naar 72 euro wanneer het inkomen boven de inkomensgrens uitkwam.

5.      IACK

Werknemers die werk combineren met de zorg voor jonge kinderen hebben recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Deze korting zal in 2019 anders berekend worden. Mensen met een inkomen tussen de 5.000 euro en 25.000 euro kunnen minder IACK tegemoet zien, omdat het basisbedrag van 1.000 euro verdwijnt. Wel gaat het opbouwpercentage waarmee berekend wordt op hoeveel IACK je recht hebt, omhoog van 6,16% naar 11,45%. Hierdoor wordt de maximale IACK (2.835 euro in 2019) al bij een lager inkomen bereikt.

6.      Boodschappen

Het kabinet betaalt de verlaging van de lasten op arbeid gedeeltelijk door economisch minder verstorende belastingen te verhogen. Zo worden boodschappen iets duurder door een verhoging van het lage btw-tarief van 6% naar 9%. Dit betekent in de praktijk dat boodschappen van 100 euro in 2019 2,83 euro duurder worden.

7.      Eigen Woning

Voor hogere inkomens (boven 68.507 euro) wordt het tarief van een aantal aftrekposten afgebouwd, zoals de hypotheekrenteaftrek. In 2019 bedraagt het tarief voor hypotheekrenteaftrek voor hoge inkomens 49%. Tegelijkertijd daalt het eigenwoningforfait naar 0,65%. Dit is een percentage van de WOZ-waarde van de woning waarover belasting moet worden betaald. Met ingang van 1 januari 2019 wordt tevens de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (de wet Hillen) beperkt. De aftrek wordt jaarlijks met 3 1/3 procentpunt verlaagd over een periode van 30 jaar.

8.      Vrijwilligers

Vrijwilligers kunnen jaarlijks tot 200 euro meer belastingvrij vergoed krijgen, tot een bedrag 1.700 euro per jaar. Daarnaast wordt de door de Belastingdienst gehanteerde uurvergoeding om te beoordelen of sprake is van vrijwilligerswerk verhoogd naar 5 euro.

9.      Vergroening

De belasting op aardgas gaat omhoog en op elektriciteit omlaag. Verhuurders die huurwoningen energiezuinig verbouwen zullen vanaf volgend jaar in aanmerking komen voor een heffingsvermindering.

10. Verhoging tabaksaccijns

Sigaretten, rooktabak en sigaren worden duurder. Zo wordt een pakje van 20 sigaretten 6 cent duurder (accijns+btw) en een pakje shag van 40 gram wordt 11 cent duurder (accijns + btw).

Bron: Rijksoverheid