Sinds 1 januari 2016 gelden nieuwe internationale regels die zwartsparen en belastingontduiking moeten tegengaan. Een onderdeel daarvan is de zogenoemde Common Reporting Standard (CRS). Op grond hiervan moeten banken het fiscale woon- of vestigingsland van hun klanten vaststellen. Banken krijgen veel vragen over de nieuwe regels.

Gegevens uitwisseling

Vorig jaar sprak de Nederlandse regering met 95 andere landen af om financiële gegevens van buitenlandse rekeninghouders uit te wisselen via CRS. Financiële instellingen zijn op grond van CRS verplicht om financiële gegevens van personen en bedrijven die wonen of gevestigd zijn in een ander land dat bij CRS is aangesloten, aan de Belastingdienst door te geven. De Belastingdienst wisselt deze gegevens desgevraagd uit met andere CRS-landen. Die buitenlandse belastingdiensten gaan zelf de gegevens controleren. De Nederlandse Belastingdienst is daar niet bij betrokken. Andersom geldt dat ook: de gegevens die Nederland binnenkrijgt, wordt eerst gecontroleerd door de Belastingdienst.
Voor personen en organisaties

De gegevens die de CRS-landen gaan uitwisselen, zijn gegevens van natuurlijke personen en organisaties, zoals besloten vennootschappen, naamloze vennootschappen en vennootschappen onder firma, met een financiële rekening in een van de CRS-landen. Soms gaat het ook om gegevens van de uiteindelijk belanghebbenden van organisaties met zo’n rekening.
CRS wereldwijd en uitgebreid

De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) heeft de CRS ontwikkeld en de Europese Commissie heeft de CRS overgenomen in een EU-richtlijn. Deze richtlijn vervangt de Europese Spaarrenterichtlijn. Die spaarrenterichtlijn regelt het uitwisselen van informatie over rente op spaartegoeden in de EU-lidstaten. Door de CRS is daarnaast ook het uitwisselen van informatie over bijvoorbeeld rekeningsaldi, dividendinkomsten en de opbrengsten van de verkoop van effecten geregeld. Bovendien geldt de CRS wereldwijd.

Bron: Elsevier Nextens